zaterdag 31 december 2011

Gods rijke en onmisbare zegen

Het jaar is om en daarmee is er een einde gekomen aan deze site met gedachten en gedichten nav. de stukjes uit de agenda van Max Lucado.
Ik laat deze site wel intact, zo kun je er gewoon nog eens komen en teruglezen.

Maar misschien komen er ook nog wel mensen voor het eerst, en dan is mijn gebed dat zij gezegend mogen worden door deze site.

Ik stop echter niet met schrijven van wekelijkse stukjes en gedichten; ik ga alleen ergens anders verder.
Per 1 januari start ik op ‘In rust met U’ met gedachten, gebeden en gedichten bij de kalender van Beth Moore.
Op deze site vindt je ook alle informatie over deze kalender en de schrijfster.


Nu rest mij alleen nog om mijn dank uit te spreken naar mijn Heer en Heiland van wie ik door dit alles heen zoveel heb geleerd.
Ik dank Hem voor Zijn hulp bij alle stukjes en gedichtjes.
Ik dank Hem voor de woorden die Hij gaf.
Ik dank Hem voor Zijn geduld.
Ik dank Hem voor Zijn trouw en liefde.
Ik dank Hem voor …
Hem alleen komt toe alle lof en eer.


Ik hou van U, Heer en ik prijs Uw Naam.
- Amen –


Dat Zijn Licht je pad zal beschijnen;
je de weg wijst die je mag gaan.
 
Dat Zijn liefde je zal verwarmen;
je in Zijn gloed naast de ander mag staan.
 
Zijn vreugde je kracht zal zijn;
bij alles wat je hoort en ziet.
 
Dat Zijn vrede je zal omarmen;
ook in momenten van verdriet.

Dat Zijn engelenwacht rondom je is;
je beschermen zal, de gehele tijd.

Dat je steeds opnieuw zullen ervaren;
het is God die mij leidt.

- Amen -


Gods rijke zegen,
een liefvolle groet 
en tot ziens op 'In rust met U',
Rita
                                                                                  

zondag 25 december 2011

Week 52 - Jouw plannen of Gods plannen

Dit is het laatste stukje nav. het stukje uit de agenda van Max Lucado.
Het is ook de laatste week van dit jaar.
Opnieuw is er een jaar voorbij en staan we aan de vooravond van een nieuw jaar.
Een nieuw jaar met nieuwe kansen en mogelijkheden.
Vaak maken mensen allerlei goede voornemens die ze vast van plan zijn om uit te voeren.
Allerlei plannen worden gemaakt, maar velen blijven liggen of worden snel vergeten, of ze blijken niet haalbaar.

Misschien is het goed om jezelf eens af te vragen: ‘Heeft God deze plannen, voornemens in mijn hart gelegd of zijn ze van mijzelf?
Wat vraag God van mij?
Wat zou Hij willen?’


Jozef koos ervoor om Gods plan te volgen voor die van hemzelf.
Als zijn verloofde zwanger blijkt te zijn, dan wil hij haar stilletjes verlaten.
Dit zegt al iets over hem, over zijn karakter.
Hij wil Maria niet in opspraak brengen, hij wil zijn gram niet halen omdat zij zwanger blijkt te zijn van een ander, nee, hij is een rechtschapen man, zegt de Bijbel en hij wil in stilte van haar scheiden.
Maar als God dan in een droom naar hem toekomt en hem verteld wat Zijn plannen zijn, dan kies Jozef ervoor om zijn eigen plannen te laten schieten en om Gods plan te volgen.
Jozef vindt Gods plannen belangrijker dan die van hemzelf.


En wij?
Het is goed om, als je goede voornemens heb, plannen hebt gemaakt voor het komende nieuwe jaar, ze eerst bij God te brengen en aan Hem te vragen: ‘Heer, maar wat is Uw wil?’
Leg alles aan Hem voor en volg Zijn plan, dan kom je nooit bedrogen uit en zullen je plannen lukken.


'Leg je leven in zijn handen,
vertrouw op hem,
hij stelt je niet teleur.'


Psalm 37:5


Heer, aan de vooravond
van het nieuwe jaar,
wil ik bij U komen
en al mijn plannen en voornemens
in Uw handen leggen.
Leidt mij, Heer,
laat mij zien
wat Uw wil is voor mijn leven.
U wil ik dienen
en in alles volgen;
Uw wil verlang ik te doen,
Uw wegen wil ik gaan.
Dank U,
dat ik daarin mag weten:
U zult mij niet verlaten,
noch begeven.



Gods rijke zegen
en een liefdevolle groet,
Rita

zondag 18 december 2011

Week 51 - Wat heb jij?

Deze week somt Max Lucado even op wat een paar grote namen uit de Bijbel hadden om God te dienen en hij eindigt met de vraag: ‘Wat heb jij?’
Als men mij deze vraag een paar jaar geleden had gesteld, dan had ik zeker gezegd: ‘Ik heb niets, helemaal niets.’’
Wat, ik zou deze bladzijde gauw hebben omgeslagen en er niet meer naar kijken; simpelweg om ook maar niet over die vraag te hoeven nadenken, laat staan er antwoord op te geven.
Nu, een paar jaar verder kan ik zeggen: ‘Rita heeft een pen.’

Misschien denk jij wel hetzelfde als ik een paar jaar geleden.
Misschien wil jij wel hetzelfde doen als ik toen zou doen, gauw dit stukje wegklikken, of, als je deze agenda heb, hem dubbel doen, zodat je maar niet tegen deze vraag hoeft aan te kijken en er zo ook geen antwoord op hoef te geven.
En toch …


Ook jij heb van God iets gekregen om te gebruiken in Zijn dienst.
Als we kijken naar het lijstje wat Lucado noemt, dan zijn het totaal geen grote, bijzondere dingen die deze mensen hadden.
Een staf, een slinger, een koord, olie, een naald.
Het zijn doodgewone dingen, maar die door God werden gebruikt en gemaakt tot iets bijzonders.
Al jaren houd ik van schrijven, maar ik wist nooit wat en dan schreef ik maar wat over.
Op een gegeven moment heb ik schoorvoetend mijn eerste gedicht geschreven en af en toe nog eens wat, maar het is pas sinds ik mijn leven en daarmee ook mijn pen in zijn handen heb gelegd en gezegd heb: ‘Heer, breng U maar op mijn weg wat Uw wil is en ik zal het doen’, dat er een keer is gekomen in mijn leven en ik aan het lijstje durf toe te voegen: Rita heeft een pen.


Misschien houdt jij van koken of bakken en bemoedig jij iemand met een taart, een lekker brood, of een maaltijd, dan zou het volgende aan het lijstje kunnen worden toegevoegd: ‘Jannie heeft een pan of Eva heeft meel’.
Misschien houdt jij van zingen, dan zou het volgende aan het lijstje kunnen worden toegevoegd: Christel heeft een stem.
Misschien kun je helemaal of bijna niets (meer), omdat je ziek bent of gehandicapt, maar kun je wel bidden.
Dan zou het volgende aan het lijstje kunnen worden toegevoegd: ‘Elsbeth doet voorbede.’


Ja, ik geloof met heel mijn hart dat er zo van een ieder van ons iets opgeschreven kan worden, als wij maar bereid zijn om het in Zijn handen terug te leggen.
Dan zal Hij het maken tot iets bijzonders.
Dan wordt een staf een slang, een slinger een reuzendoder; een bot een overwinningsinstrument; een koord een ontsnappingsroute; de olie van Maria de voorbereiding op Jezus begrafenis, een pan een maaltijd, meel een brood, een stem een bemoediging, voorbede redding, bevrijding, genezing …



Leg wat je heb
in de handen van de Vader;
hoe klein en onbelangrijk
het in jouw ogen ook lijkt.
In Zijn handen
is het bruikbaar
omdat Hij het met
Zijn zegen  verrijkt.


Leg wat je heb
in de handen van de Vader;
niets is ooit te min
of te klein.
Al wat Hij vraagt
is jouw bereidheid 
om voor Hem
dienstbaar te zijn.



Gods rijke zegen
en een liefdevolle groet,
Rita

zondag 11 december 2011

Week 50 - Hoop

Hoop heeft eigenlijk meerdere betekenissen.
Voor velen is hoop een onzekere verwachting; ik hoop maar dat het goed zal komen.
Met andere woorden: ik weet het niet zeker.
Vaak heeft het woordje hoop daardoor een negatieve klank.
En dat is heel jammer, want juist als kind van God hebben wij hoop en dan Hoop met een hoofdletter.
Hoop in de zin van uitzicht en vertrouwen.


'Maar op U, HEERE, hoop ik; U zult verhoren, Heere, mijn God!'
Ps. 38:16


'Want U bent mijn hoop, Heere HEERE, mijn vertrouwen vanaf mijn jeugd.'

Ps. 71:5


Maar op U, Heere, vertrouw ik!
Want U bent mijn uitzicht!
Niets geen onzekerheid, maar een zeker weten dat Hij voor ons zorgt en dat Hij ons niet in de steek zal laten.
En van die Hoop mogen we ook getuigen; of liever gezegd zouden we moeten getuigen.
Steeds opnieuw.


'… en wees altijd bereid tot verantwoording aan ieder die u rekenschap vraagt van de hoop die in u is, met zachtmoedigheid en eerbied.'
1 Petr.3:15


'… en van de Heere Jezus Christus, onze hoop.'
1 Tim. 1:1


Onze Hoop is de Here Jezus Zelf.
Door Hem is er uitzicht.
Door Hem is er eeuwig leven.
Van Hem mogen, ja, zouden we moeten getuigen.
Laten we ons verblijden in die Hoop, want het is een Hoop die zeker is; een Hoop die, zoals Max Lucado zegt, onze stoutste verwachtingen overtreft.


'Moge de God die onze hoop is, u vervullen met alle vreugde en vrede in het geloven, zodat u overvloeit van hoop, door de kracht van de heilige Geest.'

Romeinen 15:13
WB



Mijn hoop is op U, Heer;
ja, op U is mijn vertrouwen.
U bent het die mij uitzicht biedt;
Degene op wie ik kan bouwen.


U bent de vaste grond onder mijn voeten;
ja, de hoop van mijn bestaan.
U bent mijn vaste zekerheid,
op U kan ik altijd aan.


Betrouwbaar zijn Uw woorden;
ja, Uw beloften komt U na.
U bent de Schepper van hemel en aarde,
Die mij in liefde gadeslaat.


Ja, Heer, U bent mijn hoop;
op U is mijn vertrouwen.



Gods rijke zegen
en een liefdevolle groet,
Rita

zondag 4 december 2011

Week 49 - Zeg niet: 'ik ben maar ...'

Wij mensen hebben vaak de neiging om op te kijken naar anderen.
Naar hun functie, hun status, hun geld …, en we voelen ons dan heel vaak de mindere, of minderwaardig en we halen onszelf al gauw naar beneden met minderwaardige uitspraken over onszelf.
Ook als christen doen we dit vaak.
We kijken op tegen de grote sprekers, de grote gebedsgenezers.
We kijken op tegen hen die met kracht en verve het woord van God verkondigen.
We kijken op tegen hen die over de hele wereld gaan en zalen vol mensen trekken.
We kijken op tegen de grote aanbiddingsleiders van deze tijd.
Zelfs in onze eigen gemeente zijn er zelfs vaak wel mensen waar we tegenop kijken en bij wie we ons klein en misschien ook wel minderwaardig voelen.
We kijken op tegen …
Vul zelf maar in.
Maar weet je, voor God is iedereen belangrijk.
We hebben elkaar allemaal heel hard nodig.
Misschien zeg jij wel: ‘Och, ik ben maar …’.
Zeg dat toch niet!
Je bent niet ‘MAAR…’; je bent in dienst van Hem, de Allerhoogste en jouw aandeel in Zijn koninkrijk is net zo belangrijk als dat van ieder ander.
Waren de twee muntjes van de weduwe niet de grootste gift?
Het lichaam bestaat uit vele delen, maar geen enkel deel kan tegen de ander zeggen: ik heb je niet nodig.
Als heel het lichaam oog zou zijn, hoe zou het kunnen horen?
En als heel het lichaam oor zou zijn, hoe zou het kunnen zien?
 

Lees maar in >> 1 Korinthe 12:12-31


Zeg niet: ‘ik ben maar …,’
alsof je niet van waarde bent.
Je bent de kostbare parel,
door de Allerhoogste gekend.


Zeg niet: ‘ik ben maar …,’
alsof je niemand bent.
Zijn ogen zijn jou gericht;
geen enkel ogenblik zijn ze van jou afgewend.


Zeg niet: ‘ik ben maar …,’
alsof je voor niemand tot betekenis bent.
Hij ziet het kleinste wat je doet of hebt gedaan;
alles, ja, echt alles, is bij Hem bekend.


Zeg niet: ‘ik ben maar...,’
haal toch jezelf niet zo naar beneden.
Je bent duur gekocht en betaald,
voor jou heeft Hij zo geleden.


Zeg niet: ‘ik ben maar …,’
je bent immers een Koningskind!
Waardevol en hoogschat,
door de Vader zeer bemind.


Zeg niet: ‘ik ben maar …,’
alsof  je niets kan.
Ook voor jouw leven
heeft Hij Zijn plan.



Gods rijke zegen
en een liefdevolle groet,
Rita